Hoe 3-5-8 spelen (Sergeant Major) - spelregels
3-5-8 (Sergeant Major) is een verslavend kaartspel met verschillende variaties. Het spel is populair over de hele wereld - vooral in Europa, het Midden-Oosten en India. Men zegt dat dit spel het favoriete spel is van de Royal Air Force in het Verenigd Koninkrijk.
Het spel wordt gespeeld door 3 spelers, met een boek van 52 kaarten - van aas tot twee. Het doel is om de hoogste score te behalen door het verzamelen van slagen. Bij elke deling moeten spelers 3, 5 of 8 slagen behalen (vandaar de andere naam van het spel, nml. 3-5-8). Indien spelers niet het bepaalde aantal slagen behalen, ontvangen ze negatieve punten. Aan de andere kant, als ze meer slagen behalen dan het nodig - ontvangen ze positieve punten. In 18 delingen (voor een volledig spel) zijn er 3 delingen, waarbij het doel precies het tegenovergestelde is - spelers moeten zo weinig mogelijk slagen behalen. Dan worden negatieve punten gegeven aan degenen met teveel slagen en positieve punten aan degenen die minder slagen behaalde dan nodig. De winnaar is de speler met de beste score aan het einde van het spel.
Verschillende spelvarianten
Er bestaan 6 verschillende spelvarianten:
- 1 deling die gebruik maakt van (♠) als troef
- 1 deling die gebruik maakt van (♣) als troef
- 1 deling die gebruik maakt van (♥) als troef
- 1 deling die gebruik maakt van (♦) als troef
Bij elk van deze delingen, kiest de deler welke boek troef is en elke speler moet zoveel mogelijk slagen proberen te maken.
- GT (Geen Troef) – bij deze deling, wordt er geen troef gekozenen en moet elke speler zoveel mogelijk slagen behalen.
- MT (Minimum Slagen) – bij deze deling, wordt er geen troef gekozenen en moet elke speler zo weinig mogelijk slagen behalen.
De deler beslist hoe elke ronde gespeeld zal worden. Het spel bestaat uit 18 delingen, en elke speler is 6 keer de deler. Wie de deler is kan in willekeurige volgorde bepalen hoe re gespeeld zal worden. Maar kan tijdens een spel slecht een enkele keer elke variant toepassen.
Spelers
"Bij elke deling is een van de spelers de deler, iemand de playmaker en iemand de derde speler. Bij alle spelvarianten, uitgezonderd MT (minimum delingen) moeten spelers minstens 3 delingen op zich nemen volgens hun rol.
- De deler: 3 delingen
- De derde speler: 5 delingen
- De playmaker: 8 delingen
Het aantal delingen (zowel vereist als gewonnen) is zichtbaar naast de naam van elke speler.
Alleen bij de MT-variant is het aantal delingen verschillend van andere spelvarianten. Zo moet de playmaker maximum 3 slagen behalen, de derde speler maximum 5 en de deler maximum 8.
Het spel starten
Na het selecteren van de deler, krijgt elke speler 16 kaarten. Vier kaarten voor de deler, die is opgesteld aan de linkerzijde van de deler (het spel wordt met de klok mee gespeeld). Op basis van de eerste zes kaarten die de deler selecteert, selecteert de playmaker de spelvariant (een van de 4 troeven, NT of MT). Als zo de spelvariant goed is, kunnen er kaarten gewisseld worden (zie onderstaande details). De deler onthult de vereiste kaarten, plaatst vier redundante kaarten op tafel en begint het spel.
Spelregels
Het doel van het spel is om de kaarten op tafel te gooien zodat het mogelijk is om bepaalde (of betere) slagen te verzamelen. Spelers zijn verplicht om het voorbeeld te volgen, maar hoeven dit niet te kloppen met een hogere kaart. Er is een verplichting om met een troef te overtreffen in het geval van niet genoeg kaarten in het boek.
Punten
Na elke deling worden er punten gescoord. Als een speler meer slagen heeft genomen dan verplicht is, scoort deze positieve punten. Wanneer het gewenste niveau niet bereikt is, scoort deze negatieve punten.
Zowel positieve als negatieve scores zijn gelijk aan het aantal slagen waarmee het aantal behaalde slagen verschilt van het aantal te nemen slagen. Bijvoorbeeld als de speler 9 slagen heeft, scoort hij een positief punt; bij slechts 7 - een negatief punt. Bij de MT-variant werkt alles omgekeerd - Elke kaart onder het vereiste niveau betekent een negatief punt en elke kaart boven het vereiste niveau betekent een positief punt.
De som van de punten van alle spelers bij een deling is altijd 0.
Kaarten wisselen
Tijdens het spel is er een mogelijkheid tot de uitwisseling van kaarten. Kaarten wisselen is echter enkel toegestaan onder specifieke voorwaarden en alleen in troefvarianten (bij de NT- en MT-variant is kaarten wisselen niet toegestaan). Wisselen is een extra beloning (of straf) voor de punten van de vorige deling. De speler (of spelers) die positieve punten hebben kunnen kaarten uitwisselen met een speler (of spelers) die negatieve punten heeft. De speler die deze uitwisseling begint geeft de kaarten die hij wenst te wisselen aan de speler met negatieve punten uit de vorige deal. De tweede speler is verplicht om de hoogste kaart van die kleur te geven. Als hij geen hogere kaart heeft, moet dezelfde worden teruggegeven. De regel geldt niet voor kaarten in het troefboek. Het aantal in te wisselen kaarten is altijd gelijk aan het aantal positieve punten. Dit soort uitwisseling gebeurt tussen twee of drie spelers.
Het uitwisselen van kaarten tussen drie spelers is mogelijk wanneer bij de vorige deling, elke speler positieve of negatieve punten behaalde. Als een speler positieve punten kreeg en twee spelers kregen negatieve punten, wisselt de speler die positieve punten kreeg kaarten met beide spelers die negatieve punten kregen. Als twee spelers positieve punten behaalden, wisselen ze beide kaarten met de speler met negatieve punten. De eerste is altijd de speler die meer slagen nodig heeft tijdens de huidige deling.
De uitwisseling van kaarten tussen twee spelers komt voor wanneer bij de vorige deling een van de spelers geen positieve of negatieve punten behaalde (met andere woorden: waneer een speler het exact aantal benodigde slagen had). In dit geval zijn er slechts twee spelers betrokken bij de uitwisseling. De speler die positieve punten kreeg in de vorige deling initieert de uitwisseling.
Het einde
Na 18 delingen, is de speler die het hoogst aantal punten behaalde de winnaar.